Het Anne Frank Huis bestaat maandag 3 mei vijftig jaar als museum en dat feit wordt vandaag officieel gevierd. Koningin Beatrix woont vanmiddag een speciale bijeenkomst bij in de Westerkerk in Amsterdam.
Voorafgaand zal zij de nieuw ingerichte dagboekzaal in het Anne Frank Huis openen. In die zaal zijn vanaf morgen (het museum is vandaag gesloten) alle dagboeken en andere door Anne Frank in het huis geschreven geschriften te bezichtigen. Tot nu toe was alleen het eerste, roodgeruite, dagboek van Anne Frank te zien.
Het pand aan de Prinsengracht 263 in Amsterdam was behalve het woonhuis van de familie Frank ook het onderkomen van de firma Opekta van vader Otto Frank. Dat bedrijf handelde in pectine, waarmee je zelf jam kon maken. Begin jaren vijftig verhuisde het bedrijf, dat na de oorlog het oude pand weer had betrokken naar een andere locatie. Het huis aan de Prinsengracht verkeerde in een slechte staat en Opekta was niet langer in staat het te onderhouden. Daarbij kwam dat de naastgelegen panden op het punt stonden afgebroken te worden. Onder druk van de publieke opinie en dankzij een inzamelingsactie werd nummer 263 van de slopershamer gered.
Op 3 mei 1960 opende het Anne Frank Huis officieel zijn deuren voor publiek. Het eerste jaar wisten negenduizend mensen het museum te vinden. Nu, vijftig jaar later, trekt de onderduikplaats van Anne Frank ongeveer 1 miljoen bezoekers per jaar.
De NOS en NPS zenden de viering in de Westerkerk live uit (Nederland 1, van 15.15-16.45 uur). ’s Avonds, na NOVA, is er een samenvatting te zien (Nederland 2, 22.50-23.15 uur).

